Objecttype EIGENSCHAP
Informatiemodel | ImZTC 2.2 |
---|---|
Herkomst | VNG-R |
Definitie | Een relevant inhoudelijk gegeven dat bij ZAAKen van dit ZAAKTYPE geregistreerd moet kunnen worden en geen standaard kenmerk is van een zaak. |
Herkomst definitie | VNG-R |
Datum opname | 1 juli 2012 |
Unieke aanduiding | Eigenschapnaam |
Indicatie abstract object | Nee |
Definitie | Een relevant inhoudelijk gegeven dat bij ZAAKen van dit ZAAKTYPE geregistreerd moet kunnen worden en geen standaard kenmerk is van een zaak. |
Diagram
Overzicht attributen
Attribuutnaam | Definitie | Type | Kardinaliteit |
---|---|---|---|
Eigenschapnaam | De naam van de EIGENSCHAP | AN20 | 1..1 |
Definitie | De beschrijving van de betekenis van deze EIGENSCHAP | AN255 | 1..1 |
Toelichting | Een toelichting op deze EIGENSCHAP en het belang hiervan voor zaken van dit ZAAKTYPE. | AN1000 | 0..1 |
Datum begin geldigheid eigenschap | De datum waarop de EIGENSCHAP is ontstaan. | DATUM | 1..1 |
Datum einde geldigheid eigenschap | De datum waarop de EIGENSCHAP is opgeheven. | DATUM | 0..1 |
Referentie naar eigenschap | Verwijzing naar de standaard waarin de eigenschap is gespecificeerd | 0..1 | |
- Entiteittype | De naam van de XML-constructie in het XML-schema behorend bij de namespace die afgeleid is van de naam van het objecttype en waarin de eigenschap is opgenomen. | AN80 | 1..1 |
- Informatiemodel | De naam en de versie van het informatiemodel waarin de eigenschap is gemodelleerd. | AN80 | 0..1 |
- Namespace | De naam van het schema waarin de eigenschap is opgenomen. | AN200 | 1..1 |
- Objecttype | De naam van het objecttype waarbij de eigenschap is gemodelleerd in het informatiemodel waarvan het objecttype deel uit maakt. | AN40 | 0..1 |
- Schemalocatie | De locatie van het XML-schema behorend bij de Namespace | AN200 | 1..1 |
- X-path element | De naam van de eigenschap en het pad daarnaar toe in het XML-schema behorend bij de namespace. | AN255 | 0..1 |
Specificatie van eigenschap | Attribuutkenmerken van de eigenschap | 0..1 | |
- Formaat | Het soort tekens waarmee waarden van de EIGENSCHAP kunnen worden vastgelegd. | formaat | 1..1 |
- Groep | Benaming van het object of groepattribuut waarvan de EIGENSCHAP een inhoudelijk gegeven specificeert. | AN32 | 0..1 |
- Kardinaliteit | Het aantal mogelijke voorkomens van waarden van deze EIGENSCHAP bij een zaak van het ZAAKTYPE. | AN3 | 1..1 |
- Lengte | Het aantal karakters (lengte) waarmee waarden van de EIGENSCHAP worden vastgelegd. | AN14 | 1..1 |
- Waardenverzameling | Een waarde die deze EIGENSCHAP kan hebben. | AN100 | 0..* |
Overzicht relaties
Relatienaam met kardinaliteiten | Definitie |
---|---|
EIGENSCHAP [0..*] is van ZAAKTYPE [1..1] |
Het ZAAKTYPE van de ZAAKen waarvoor deze EIGENSCHAP van belang is. |
STATUSTYPE [0..1] heeft verplichte EIGENSCHAP [0..*] |
De EIGENSCHAPpen die verplicht een waarde moeten hebben gekregen, voordat een STATUS van dit STATUSTYPE kan worden gezet. |
Toelichting
Met standaard kenmerken van een zaak worden bedoeld de attributen die in het RGBZ gespecificeerd zijn bij ZAAK en bij de andere daarin opgenomen objecttypen. Deze kenmerken zijn generiek d.w.z. van toepassing op elke zaak, ongeacht het zaaktype. Niet voor elke zaak van elk zaaktype is dit voldoende informatie voor de behandeling van de zaak, de besturing daarvan en om daarover informatie uit te kunnen wisselen. Zo is voor het behandelen van een aanvraag voor een kapvergunning informatie nodig over de locatie, het type en de diameter van de te kappen boom. Het RGBZ bevat reeds de locatie-kenmerken. Boomtype en Stamdiameter zijn gegevens die specifiek zijn voor zaken van dit zaaktype, de zaaktypespecifieke eigenschappen. Een ander voorbeeld is de evenementdatum bij de behandeling van een aanvraag voor een evenementenvergunning.
Met het specificeren van eigenschappen wordt ten eerste beoogd duidelijkheid te geven over de voor een zaaktype relevante eigenschappen en wordt ten tweede beoogd die eigenschappen zodanig te specificeren dat waarden van deze eigenschappen in StUF-ZKN-berichten uitgewisseld kunnen worden. Met de attributen van het objecttype EIGENSCHAP wordt een zaaktypespecifieke eigenschap gespecificeerd. De attributen Eigenschapnaam en Definitie duiden de eigenschap. De eigenschap wordt gegevenstechnisch gespecificeerd met één van twee groepen attributen: a) Groep, Formaat, Lengte, Kardinaliteit en Waardenverzameling. Het attribuut ‘Groep’ maakt het mogelijk om eigenschappen te groeperen naar een object of een groepattribuut en, met een StUF-ZKN-bericht, de waarden van de bij een groep behorende eigenschappen voor meerdere objecten uit te wisselen (bijvoorbeeld een ‘kapvergunning’ voor meerdere bomen die ieder apart geduid worden). b) Objecttype, Informatiemodel, Namespace, Schemalocatie, X-path element en Entiteittype. Deze specificeren een eigenschap door te refereren naar een berichtenmodel en, bij voorkeur ook, een informatiemodel. De eigenschap wordt aldus ontleend aan een XML-schema (als onderdeel van een berichtenmodel) dat reeds bestaat of specifiek voor het zaaktype (of de zaaktypecatalogus) is opgesteld. Voor een goed begrip van de eigenschap is het dringend gewenst dat deze semantisch gespecificeerd is in een informatiemodel met het oog op eenduidig te interpreteren uitwisseling van waarden van de eigenschap. Het betreft het informatiemodel dat opgesteld is voor het domein waarvoor de zaaktypen gespecificeerd worden en op basis waarvan het XML-schema is vervaardigd. De specificatie ad. a ondersteunt de mogelijkheid om waarden van deze eigenschappen, bij een specifieke zaak, uit te wisselen tussen applicaties ten behoeve van gebruik van deze gegevens door de gebruikers van deze applicaties. De gebruikers kunnen deze gegevens interpreteren, de uitwisselende applicaties kennen deze gegevens, zonder voorafgaande afspraken, niet zodanig dat zij daar betrouwbaar bewerkingen op kunnen baseren anders dan tonen en eventueel wijzigen en opslaan. De specificatie ad. b ondersteunt de mogelijkheid om waarden van deze eigenschappen, bij een specifieke zaak, uit te wisselen tussen applicaties die deze gegevens (willen) kennen teneinde daarop betrouwbaar bewerkingen te doen of te baseren (bijvoorbeeld uit de diameter, type en plaats van de boom afleiden of de vergunning verleend kan worden of niet). |