Thema-architectuur Werken met API's



Aanleiding[bewerken]

In 2017 zijn gemeenten, VNG en leveranciers onder de naam ‘Common Ground’ een nieuwe informatiekundige weg ingeslagen. Een belangrijk doel daarbij was om data niet meer op te slaan binnen 'silo-systemen' maar om data (ook) op een gestandaardiseerde manier beschikbaar te stellen voor hergebruik. Ontsluiten van data uit registraties gebeurt via 'Application Programming Interfaces' (APIs), software-interfaces voor andere software. Om te zorgen dat API's zoveel mogelijk op een vergelijkbare manier werken wordt gebruik gemaakt van API-standaarden. Meer werken met API's stelt nieuwe eisen aan de inrichting van de informatievoorziening. Beschikbaar stellen van data via API's moet verantwoord, betrouwbaar en voldoende snel plaatsvinden. Daarvoor moeten zaken zoals authenticatie, autorisatie en beveiliging goed geregeld zijn.

Doel[bewerken]

De thema-architectuur 'Werken met API's' werkt een aantal vraagstukken uit die naar boven komen als er (meer) wordt gewerkt met API's. Een eerste vraagstuk dat is opgepakt is wat er nodig is om te zorgen dat gebruik van API's verantwoord plaats vindt. Het gaat daarbij om vragen zoals 'Is duidelijk wie data wil gebruiken?', 'Is er voldoende doelbinding aanwezig om gebruik toe te staan?', 'is te verantwoorden waarom bepaalde data is gebruikt?'. Identiteit- en toegangsbeheer speelt daarbij een belangrijke rol. Pas als er sprake is van een betrouwbare identiteit én toegangsbevoegdheid mag toegang tot een API worden verleend.

Architectuur[bewerken]

De GEMMA gebruikt service-oriëntatie als leidende architectuurstijl. Daarbij maken applicatiecomponenten via gestandaardiseerde API's van elkaars services gebruik. Een belangrijke stap daarbij is het bepalen van grenzen. Bijvoorbeeld bij het beslissen welke componenten bepaalde data en functionaliteit moeten leveren. En of gebruik wordt gemaakt van een centrale voorziening of er juist meer toegewerkt wordt naar een gedistribueerd applicatielandschap.

Het belangrijk aspect dat binnen deze thema-architectuur is uitgewerkt is hoe toegangsbeheer plaats moet vinden binnen applicatielandschap waar met API's wordt gewerkt. Mechanismen voor toegang en informatiebeveiliging zoals Role- (RBAC) en Attribute- based Access (ABAC) zijn dan niet meer altijd voldoende. Ze zijn vaak te grofmazig en ongeschikt om goed te kunnen verantwoorden wie wanneer voor welk doel data heeft gebruikt. Om de toegang tot systemen en bronnen goed te kunnen beheren is een ontwikkeling richting 'Policy Based Access' nodig. Daarbij worden verschillende type beleidsregels gedefinieerd die worden gebruikt om betrouwbaar vast te stellen of of toegang tot een API geoorloofd is of niet. Hiervoor zijn zowel technische als organisatorische veranderingen nodig.

De ontkoppeling die werken met API's met zich meebrengt vereist een architectuur waarbij geen enkele gebruiker of systeem inherent vertrouwd mag worden. Ook niet de afnemers die zich binnen dezelfde (netwerk)omgeving bevinden. Gebruikers en apparaten moeten altijd worden geverifieerd en geautoriseerd op basis van hun identiteit en alleen toegang krijgen tot bronnen die ze nodig hebben. Dit type architectuur wordt aangeduid met de term 'Zero Trust Architectuur' waarbij het 'niets-en-niemand-vertrouwen principe' geldt. Algemene aspecten van een Zero Trust Architectuur worden uitgewerkt in de thema-architectuur Privacy en Beveiliging. Hier wordt met name beschreven wat daarbij in relatie tot gebruik van API's relevant is.

Deze pagina is het laatst bewerkt op 18 apr 2024 om 14:00.