Aanleiding vernieuwing gemeentelijke informatievoorziening


1. Inleiding[bewerken]

De ICT-systemen van gemeenten dreigen vast te lopen als gevolg van de snel toenemende stroom aan data. De ontsluiting van deze data loopt via een vrij complex systeem van koppelingen. De inflexibele, kwetsbare en dure informatievoorziening die hiervan het gevolg is, staat een optimale dienstverlening aan burgers en ondernemers in de weg. De huidige informatievoorziening is grotendeels domeinspecifiek en verkokerd ingericht. Door het ontbreken van specifieke standaarden voor uitwisseling van domeingegevens is een complex informatielandschap ontstaan waarin informatiesystemen functioneel onvoldoende scherp zijn afgebakend.

Bij uitwisseling tussen informatiesystemen wordt data vaak gekopieerd van een bronsysteem naar domeinspecifieke informatiesystemen. Deze situatie leidt tot complex berichtenverkeer, synchronisatie- en koppelingsproblematiek en bovenal een kostbare en inflexibele gemeentelijke informatievoorziening. Het gevolg is dat gemeenten (te)veel tijd en geld nodig hebben om hun interne ICT-omgevingen goed in te richten. Gemeenten richten zich hierdoor gedwongen meer op het oplossen van problemen in de interne operatie dan op het verbeteren van dienstverlening aan inwoners en ondernemers.

Er zijn uiteraard ook successen te vieren. Alle gemeenten zijn bereikbaar op het web en bieden elektronische formulieren waarmee burgers en bedrijven diensten en producten kunnen aanvragen. Veel gemeenten werken daarnaast (deels) zaakgericht in combinatie met documentmanagement en bieden aan betrokkenen via een klantcontactcentrum inzage in de status van afhandeling van een zaak. Dit levert nu al betere dienstverlening aan burgers en bedrijven op en besparingen in de uitvoeringskosten. In samenwerking tussen gemeenten en leveranciers zijn bijvoorbeeld processen op het gebied van Burgerzaken op een moderne wijze toegankelijk gemaakt. Gemeenten geven echter aan dat de innovatiesnelheid te laag is. Om die omhoog te krijgen, is een fundamenteel andere inrichting van de gemeentelijke informatievoorziening nodig.

Bovenstaande achtergrond en probleemstelling is uiteraard niet nieuw; het advies van de Studiegroep Informatiesamenleving en Overheid, “Maak waar!”, beschrijft dezelfde problematiek. In het recente verleden zijn vanuit de Pilotstarter, het landelijke programma Regie op Gegevens en Common Ground initiatieven gestart om tot een nieuwe, flexibele en meer generieke en gezamenlijke informatievoorziening te komen. Een aantal van deze initiatieven waren succesvol, maar vele waren dat niet. Eén van de aspecten die samenwerken qua informatievoorziening bijzonder lastig maakt is de relatie tussen een gemeenschappelijk applicatielandschap en geharmoniseerde processen. Een discussie over gemeenschappelijke informatievoorziening wordt daardoor al snel een discussie over beleidsvrijheid.

Dit document beschrijft de gemeentelijke bewegingen op het gebied van het samen organiseren en definiëren van een nieuwe inrichting van de gemeentelijke informatievoorziening. De beoogde nieuwe inrichting wordt beschreven in Beschrijving informatiearchitectuur.

1.1. Gemeentelijke bewegingen[bewerken]

We kunnen een tweetal gemeentelijk georganiseerde bewegingen onderscheiden die streven naar een nieuwe inrichting van de gemeentelijke informatievoorziening. Standaardisatie en collectiviteit spelen in beide gevallen een grote rol.

  • Samen organiseren - beschrijft hoe gemeenten gezamenlijk (collectief) de gemeentelijke uitvoeringskracht kunnen versterken;
  • Common Ground - de beweging waarin gemeenten in de praktijk samen organiseren vormgeven door het gezamenlijk ontwikkelen van oplossingen via moderne processen en informatievoorziening.

Deze bewegingen worden in de onderstaande paragrafen kort beschreven.

1.1.1. Samen Organiseren[bewerken]

Het belang om als gemeenten gezamenlijk te werken aan de gemeentelijke uitvoeringskracht is groot. Dit omdat de vraagstukken te divers en vaak ook te complex zijn om als gemeente zelfstandig op te pakken en bovendien omdat er winst te behalen is om zaken samen te organiseren en uit te voeren. Winst in termen van verbetering van de kwaliteit en toegankelijkheid van de dienstverlening aan burgers en bedrijven en kostenbesparingen. Dáár staat de beweging Samen Organiseren voor. Samen Organiseren is het vliegwiel voor het verbinden en versnellen van de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU). Ondermeer op het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering. Samen Organiseren ondersteunt, organiseert, stimuleert, inventariseert en schaalt op onder het motto: één keer ontwikkelen en door alle gemeenten toepasbaar.

De essentie van de werkwijze Samen Organiseren is: 'door en voor gemeenten'. Gemeenten staan zélf aan het roer: zij zijn eigenaar van datgene dat gezamenlijk wordt ontwikkeld. De VNG ondersteunt daarbij.

Echt samen organiseren houdt in dat gemeenten standaarden afspreken, zoals dat met de CAO voor gemeenten al jaren gebeurt. Samen Organiseren richt zich in eerste instantie op standaarden op de terreinen informatiebeleid, informatietechnologie en dienstverlening. Voor deze standaarden hebben gemeenten het College van Dienstverleningszaken in het leven geroepen. Het College adviseert het VNG-bestuur over het vaststellen van standaarden en over initiatieven voor versnelling in de opschaling. Op haar beurt wordt het College geadviseerd door de Taskforce Samen Organiseren, bestaande uit gemeentesecretarissen, directeuren Dienstverlening, een lid namens de ketenpartners, en vertegenwoordigers van de koepelverenigingen VDP, IMG 100.000+, VIAG en FAMO.

Door samen op te trekken wordt de gemeentelijke dienstverlening efficiënter, goedkoper en effectiever. Zo blijft er tijd en geld over om aandacht te besteden aan zaken die voor inwoners van belang zijn, zoals zorg, digitale ondersteuning en veiligheid. In de Digitale Agenda is dat samengevat als: 'Massaal-Digitaal - Maatwerk Lokaal'.

1.1.2. Common Ground[bewerken]

Common Ground is een informatiekundige visie waarmee gemeenten collectief de informatievoorziening eenvoudiger, flexibeler en slimmer gaan inrichten. Met de herinrichting van de informatievoorziening kunnen gemeenten hun dienstverlening en bedrijfsvoering ingrijpend verbeteren. Dat stelt ze in staat om op een moderne en flexibele manier in te spelen op maatschappelijke opgaven.

Niet alleen op procesniveau, maar ook in informatievoorziening en technologie achtervolgt de erfenis 30 jaar automatisering in gemeenteland ons. We borduren voort op een achterhaald concept van systemen waarin data, bedrijfslogica en gebruikersinterface met elkaar zijn vervlochten . Deze 'silo's' communiceren met elkaar door elkaars data te kopiëren en ze zijn verbonden door dure en kwetsbare koppelingsmechanismen. Dit alles leidt tot hoge beheerkosten, moeilijk beheersbare beleidsimplementaties, (te) hoge veiligheidsrisico's en aanhoudende koppelingsproblemen. Deze complexe inrichting staat significante vooruitgang in de weg. De gemeentelijke koepelverenigingen voor I&A-professionals (IMG100.000+ en VIAG) hebben daarom het initiatief genomen om het huidige, te trage innovatietempo in dienstverlening aan inwoners en ondernemers te doorbreken. Deze 'Common Ground'-beweging breekt radicaal met de erfenis van ongeveer 30 jaar automatisering in gemeenteland. Er wordt gebouwd aan een nieuw soort digitale gemeente naast, in plaats van voortbordurend op, de bestaande gemeentelijke informatievoorziening.

Common Ground volgt niet de traditionele top-down benadering van eerst uniformeren op procesniveau en dan invoeren en opschalen maar bekijkt haar vernieuwingsopgave vanuit een meer informatiekundige invalshoek. Wanneer een proces of gebruikersinterface moet worden aangepast, beschouwen we het geheel aan informatiesystemen dat aangepast moet worden. Dit betekent dat juist op informatiekundig en technisch niveau gemeenten méér moeten uniformeren naar meer eigentijds soort inrichting. Naast de potentie die dit idee heeft voor versnelde verbetering van de dienstverlening aan inwoners en ondernemers biedt Common Ground ook een perspectief op een verbetering van de informatieveiligheid en bescherming van de privacy. Het opent de markt voor IT-leveranciers door nieuwe innovatieve spelers toe te laten. Niet onbelangrijk: het biedt door een gezamenlijk gegevensmanagement en IT-operatie perspectief op rationalisatie en kostenreductie. Common Ground sluit in haar filosofie en uitwerking aan bij de uitgangspunten van het rapport “Maak Waar!”.

In de kern gaat het bij Common Ground hierom:

Een hervorming van de gemeentelijke informatievoorziening, door op een andere manier om te gaan met data. Zo koppelen we data los van werkprocessen en applicaties en gebruiken we data uit de bron in plaats van ze onnodig te kopiëren. Met de herinrichting van de informatievoorziening kunnen gemeenten hun dienstverlening en bedrijfsvoering ingrijpend verbeteren.

De Common Ground-beweging gebruik een in vijf lagen onderverdeeld model (Figuur 1) voor het schetsen op hoofdlijnen van een nieuwe inrichting van de informatievoorziening. De onderste drie lagen van dit model bevatten functionaliteit voor standaardisatie van semantiek, syntax en ontsluiting van databronnen. Ontsluiting van databronnen verloopt via gestandaardiseerde diensten en API's. Aanbieders en afnemers van diensten worden met elkaar verbonden door gebruik te maken van, bij voorkeur overheidsbreed geldende standaarden. De bovenste twee lagen van het model bevatten functionaliteit voor de inrichting en ondersteuning van processen en interactie volgens lokale wensen.

Het Common Ground vijflaagsmodel

Anno medio 2019 is het initiatief van IMG100k+ en VIAG een programma bij VNG geworden. Nadat in 2022 een brede tussenevaluatie heeft plaatsgevonden wordt in 2023 gestart met een nieuwe programmastructuur. Actuele informatie over Common Ground is te vinden op www.commonground.nl.

2. Gemeentelijk landschap en knelpunten[bewerken]

2.1. Inrichting gemeentelijk informatielandschap[bewerken]

Gemeenten maken bij de uitvoering van hun publiek- en privaatrechtelijke taken gebruik van een groot aantal informatiesystemen. Deze informatiesystemen zijn veelal gericht op de ondersteuning van een specifiek gemeentelijk taakvlak. Bijvoorbeeld werk en inkomen, belastingen, burgerzaken, jeugdzorg, HR en de salarisadministratie. Daarnaast wordt door gemeenten gebruik gemaakt van informatiesystemen die een meer algemene taak hebben en ondersteunend zijn aan de informatiesystemen die een specifiek gemeentelijk taakvlak ondersteunen. Voorbeelden hiervan zijn zaak- en documentsystemen en gegevensmagazijnen en -distributiesysteem.

Gemeenten ontwikkelen doorgaans zelf geen software, maar kopen die bij leveranciers. Vaak via een (Europese) aanbesteding. Hierbij wordt door de gemeente, of samenwerkingsverband, via een bestek en/of programma van eisen (PvE) een uitvraag gedaan waarop partijen kunnen aanbieden. Het PvE bevat zowel technische als functionele eisen en wensen. In de praktijk kennen de programma's van eisen die worden gebruikt een vrij generieke opzet. Dit betekent dat een groot deel van de door gemeenten gebruikte informatiesystemen voor alle gemeenten bruikbaar zijn: het zijn 'standaardpakketten'. In zo'n standaardpakket is voor het toepassingsdomein relevante wet- en regelgeving door de leverancier vertaald naar programmaregels. Daar waar mogelijk wordt door leveranciers gebruik gemaakt van voor het domein relevante nationale- en internationale standaarden (denk aan het Suwi-Gegevensregister en INSPIRE).

Standaardpakketten kunnen vaak uitgebreid worden met (maatwerk)aanvullingen. Hiermee kan invulling worden gegeven aan specifieke lokale wensen, eisen en processen. Hoe ver die aanpassingen kunnen gaan is afhankelijk van de mogelijkheden die leveranciers en pakketten bieden. Als die niet of zeer beperkt aanwezig zijn en/of de gemeente in een aanbesteding niet om aanpassingen heeft gevraagd, is de gemeente beperkt in de mogelijkheden om processen naar lokaal beleid in te richten.

In de huidige gemeentelijke informatievoorziening zijn data per beleidsdomein opgesloten, als het ware in 'silo's'. Binnen deze silo's worden data en bedrijfsregels opgeslagen en worden ook de schermen voor eindgebruikers getoond. Functies zoals autorisatie van eindgebruikers en logging van het gebruik van gegevens vindt allemaal plaats binnen de silo. Hoe dit gebeurt wordt bepaald door de silo-leverancier.

De silo's verwerken zowel gemeentelijke sectorale gegevens, als data uit basisregistraties en landelijke voorzieningen. Binnen het huidige landschap worden data uit basisregistraties door gemeenten veelal gedupliceerd en opgeslagen in sectorale systemen en gegevensmagazijnen. Dit gebeurt onder meer omdat leveranciers zo de robuustheid en performance van systemen kunnen garanderen. Gedupliceerde basisgegevens worden veelal via een synchronisatie- en distributiemechanisme synchroon gehouden met de oorspronkelijke bron. Ook voor gemeentelijke sectorale gegevens geldt dat deze binnengemeentelijk gedupliceerd en hergebruikt worden. In tegenstelling tot de basisgegevens is voor sectorale gegevens meestal geen geautomatiseerd synchronisatie- en distributiemechanisme beschikbaar.

Huidige situatie met silo's afgebeeld met behulp van het Common Ground vijlaagsmodel

De huidige inrichting van gemeentelijke informatiesystemen leidt tot (veel) redundante opslag van basis- en sectorale data. Dit leidt tot extra inspanning voor beheer van deze data en kan leiden tot kwaliteits- en actualiteitsproblemen. De gehanteerde beschrijving is uiteraard een stereotypering. Het is niet zo dat alle gemeentelijke informatiesystemen op deze manier werken en ingericht zijn, maar het is wel de grootst gemene deler.

2.2. Knelpunten[bewerken]

Gemeenten worden zich er in toenemende mate van bewust dat de huidige inrichting van de gemeentelijke informatievoorziening niet houdbaar is. Er kan op dit moment moeilijk of niet worden voldaan aan eisen vanuit wet- en regelgeving. Het dupliceren van gegevens kan leiden tot inconsistenties in data, introduceert beveiligings- en privacyrisico's en staat transparantie ten aanzien van de verwerking van data in de weg. Overzicht over en inzicht in datastromen is lastig te verkrijgen waardoor onvoldoende grip op de eigen informatievoorziening aanwezig is. Gemeenten geven aan zich afhankelijk van hun softwareleveranciers te voelen voor inzicht in de datastromen wat hun handelingsvrijheid beperkt. Er zijn verschillende factoren aan te wijzen die hebben bijgedragen aan het ontstaan van deze situatie. Zowel leveranciers, gemeenten als VNG Realisatie hebben een rol gespeeld bij het tot stand komen van de huidige situatie.

Gemeentelijk leveranciersmanagement

Gemeenten hebben hun opdrachtgeversrol onvoldoende ingevuld. Ze hebben te weinig invloed uitgeoefend op het gewenste aanbod van de functionaliteit die door informatiesystemen wordt geleverd. Zij hebben in overleggremia onvoldoende invloed uitgeoefend op de manier waarop leveranciers verwerking van data binnen die systemen hebben vormgegeven. Bij de aanbesteding van deze systemen is door gemeenten in veel gevallen aangegeven dat aan de GEMMA moest worden voldaan maar daarbij is onvoldoende aandacht besteed aan de vertaling van de globale GEMMA-specificaties naar specifieke lokale gemeentelijke eisen en wensen. In plaats van het aanbesteden van specifieke gewenste functionaliteit hebben gemeenten dus alomvattende, generieke informatiesystemen aanbesteed.  Hierdoor kregen gemeenten informatiesystemen geleverd die altijd goed passen binnen de gemeentelijke informatiearchitectuur en mogelijk niet goed aansluiten bij lokale gemeentelijke processen en bedrijfsvoering.

Dat gemeenten op deze manier informatiesystemen verwerven is niet vreemd. Als iedere gemeente specifieke functionaliteit eist dan is er geen leverancier die voor alle gemeenten een standaardpakket kan maken. Om toch tegen een redelijke prijs een informatiesystem geleverd te krijgen wordt er dus gebruik gemaakt van generieke beschrijvingen. Eigenlijk is hier dus sprake van een kip-en-ei probleem: gemeenten weten dat een systeem dat de lokale wensen exact invult niet, of alleen tegen een hoge prijs geleverd kan worden, dus vragen ze er niet naar. Omdat leveranciers niet gevraagd wordt om specifieke functionaliteit te leveren zullen ze daar ook niet in investeren.

Standaardisatie berichtenverkeer

Leveranciers, gemeenten en VNG Realisatie zijn er ondanks goede bedoelingen en grote inspanningen niet in geslaagd de koppelingsproblematiek op te lossen. Standaarden op het gebied van berichtenverkeer hebben gemeenten in de praktijk in onvoldoende mate ontzorgt. Leveranciers ervaren de berichtstandaarden vaak als te complex terwijl de specificaties teveel ruimte lieten voor interpretatieverschillen. Gemeenten geven aan dat de interpretatieverschillen in de praktijk leiden tot niet correct functionerende koppelingen en ingewikkelde discussie met en tussen partijen. Voor de ontstane situatie zijn verschillende oorzaken aan te wijzen zoals het ontbreken van een substantiële vertegenwoordiging van gemeenten in de standaardisatie-overleggen, het verdedigen van de eigen belangen door leveranciers en het onvoldoende sturen op strakke(re) standaarden door VNG Realisatie.

Gemeentelijke architectuur die uitgaat van datareplicatie

De eerder bestaande indeling in front-, mid- en backoffice-systemen heeft het repliceren van data voor e-dienstverlening in de hand gewerkt. Mede daardoor heeft de implementatie van gegevensmagazijnen en datadistributiesystemen een grote vlucht genomen. Gevolg hiervan is dat basisgegevens, zoals persoonsgegevens, nu in een groot aantal applicaties redundant worden opgeslagen. Om deze data synchroon te houden met de bron is in vroegere versies van de GEMMA informatiearchitectuur een distributie- en synchronisatiemechanisme geïntroduceerd. Dit mechanisme van replicatie en synchronisatie van data heeft geleid tot complexiteit binnen de gemeentelijke informatievoorziening. Die complexiteit brengt vervolgens hogere kosten voor beheer van informatiesystemen en data met zich mee.

Afhankelijkheid van expertise en kennis van leveranciers

Gemeenten hebben onvoldoende capaciteit en kennis om de impact van wet- en regelgeving op het gebied van informatiebeveiliging, privacy, digitale identiteit en digitale dienstverlening te vertalen naar impact op processen en systemen. Gemeenten weten hierdoor onvoldoende welke eisen ze op deze gebieden moeten stellen aan leveranciers. Ze leunen voor het waarborgen van voldoen aan wet- en regelgeving dan ook sterk op leveranciers. Ook voor wat betreft de installatie, configuratie en beheer van informatiesystemen en de koppeling tussen systemen vertrouwen gemeenten veelal op de kennis en kunde van leveranciers. Hierdoor hebben deze gemeenten zelf in veel gevallen onvoldoende inzicht in koppelingen en datastromen tussen systemen.

2.3. Uitdagingen voor gemeenten[bewerken]

Mede doordat gemeenten onvoldoende grip en invloed hebben op binnengemeentelijke datastromen staat het voldoen aan wet- en regelgeving onder druk. Daarnaast staan hoge kosten het inspelen op maatschappelijke en organisatorische in de weg. Gemeenten staan daarom voor een aantal belangrijke uitdagingen.

Voldoen aan wet- en regelgeving

De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) beschrijft de rechten van burgers en de plichten van organisaties met betrekking tot de verwerking en bescherming van persoonsgegevens. Er worden onder andere eisen gesteld aan de manier waarop gegevens worden verwerkt, de manier waarop hierover in- en extern wordt gerapporteerd en verantwoording wordt afgelegd. Daarnaast worden in de AVG de rechten van burgers ten aanzien van de 'eigen' gegevens beschreven. Deze rechten zijn onder andere het inzagerecht, correctierecht en het recht om vergeten te worden.

In de huidige situatie gebruiken gemeenten applicaties van veel verschillende leveranciers die op hun eigen manier de gegevensverwerking vormgeven. Dit maakt het een complexe uitdaging voor gemeenten om volledig te kunnen voldoen aan de AVG. De huidige informatiesystemen zijn meestal niet ingericht op het kunnen voldoen aan AVG-eisen. Principes zoals het kennen en vastleggen van een 'doelbinding' als grond voor een gegevensverwerking zijn bijvoorbeeld niet eenduidig geïmplementeerd. Het is hierdoor voor gemeenten lastig of niet mogelijk om de verwerking van persoonsgegevens in- en extern op een adequate manier te verantwoorden. Zonder ingrijpende veranderingen lijkt het onwaarschijnlijk dat deze situatie in de toekomst verbetert.

De Wet Digitale Overheid verplicht organisaties een sluitende audit trail van informatietransacties tussen gebruikers en gemeente bij te houden. Dit vereist een samenhangende, gestandaardiseerde inrichting van de gemeentelijke informatievoorziening. Omdat gemeenten nu een groot aantal applicaties van verschillende leveranciers gebruiken, en standaarden die de transparantie van verwerkingen regelen ontbreken, is het opbouwen van een complete audit trail alleen mogelijk na grote inspanning en tegen hoge kosten.

Ontkokering van de organisatie

De afgelopen jaren hebben gemeenten zich ontwikkeld van sectoraal verkokerde organisaties naar organisaties die integraal willen en moeten werken. Zowel binnengemeentelijk als ook met keten- en netwerkpartijen. De dienstverlening aan burgers en bedrijven wordt steeds verder ontschot. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkelingen in het sociaal domein op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp, participatie en aan de Omgevingswet. Deze ontwikkelingen stellen nieuwe eisen aan de gemeentelijke informatievoorziening. Bijvoorbeeld qua beschikbaarheid, herleidbaarheid en kwaliteit van functionaliteit en data en aan het borgen van privacy en beveiliging.

Ondersteunen van de veranderende samenleving

De samenleving verandert door snelle technologische ontwikkelingen. Burgers krijgen een centrale rol, pakken steeds meer zelf de regie, organiseren zich in netwerken en laten zich horen via nieuwe kanalen zoals sociale media. Er komen voortdurend nieuwe technologieën beschikbaar die burgers en bedrijven steeds sneller adopteren en gebruiken. Bijvoorbeeld om te communiceren, zaken te doen of bepaalde bedrijfsprocessen te optimaliseren. Gemeentelijke dienstverlening aan burgers en bedrijven aan laten sluiten op de nieuwe kanalen en technologieën is binnen de huidige situatie ingewikkeld en kostbaar. Gemeenten zijn daarbij bovendien afhankelijk van de medewerking van leveranciers die de applicaties leveren.

Uitwisselbaarheid van gemeentelijke data

Leveranciers zijn, mede door onvoldoende ontwikkeld opdrachtgeverschap van gemeenten, leidend in het vaststellen van de functionaliteit van informatiesystemen en de manier waarop data wordt verwerkt. In de systemen opgeslagen gegevens zijn 'by design' vaak niet goed toegankelijk vanuit andere geautoriseerde applicaties. Data is 'opgesloten' in applicaties wat leidt tot problemen bij het ontsluiten van data, het combineren van data uit verschillende applicaties en maakt overstappen naar gebruik van een applicatie van een andere leverancier lastig.

Ook bij het vormen en exploiteren van samenwerkingsverbanden is de beperkte portabiliteit van data een probleem. Binnen samenwerkingsverbanden beschikken deelnemende gemeenten over een breed spectrum aan applicaties van verschillende leveranciers. Doordat de data binnen deze applicaties vaak qua syntax en soms ook semantiek verschillen zijn synergievoordelen binnen zo'n samenwerkingsverband lastig te realiseren.

Vrije toegang tot gemeentelijke gegevens

De ambities van de overheid en gemeenten op het gebied van het in- en extern ontsluiten van gesloten en open data sluiten niet aan bij hoe informatiesystemen binnen gemeenten functioneren. Gemeentelijke informatiesystemen zijn beperkt gestandaardiseerd qua datamodellering en -uitwisseling. Beschikbaar stellen van data uit informatiesystemen is ingewikkeld en vereist inspanning van de verschillende gemeentelijke softwareleveranciers. Deze inspanning resulteert vaak in het ontstaan van maatwerksoftware. Gemeenten zijn hierdoor (te) afhankelijk van leveranciers bij het ontsluiten van hun eigen data.

Vendor lock-in

Het gebrek aan goede standaarden, gecombineerd met het gebrek aan regie van gemeenten op de functionaliteit van applicaties, heeft geleid tot een gemeentelijk landschap waarin koppelvlakken en applicatiefunctionaliteiten zeer beperkt zijn gestandaardiseerd. Daar waar geen landelijke standaard beschikbaar is hebben leveranciers zelf specifieke koppelvlakken geïmplementeerd voor de uitwisseling van sectorale gegevens. Niet-gestandaardiseerde koppelvlakken kunnen het overstappen naar een andere leverancier ingewikkeld en duur maken. Bij vervanging van een applicatie moeten immers alle koppelingen met andere applicaties in kaart worden gebracht en moet de impact van de voorgenomen overstap naar een nieuwe applicatie worden ingeschat . De impact van een overstap naar een nieuwe leverancier is vaak zodanig complex en duur dat de business case voor een overstap negatief uitvalt. De complexiteit van het bestaande landschap speelt daarmee de huidige leveranciers in de kaart en maakt het lastig voor nieuwe toetreders tot de gemeentemarkt.

Een relatief nieuwe ontwikkeling is het leveren van functionaliteit uit de cloud door softwareleveranciers. Hoewel cloudsoftware gemeenten op het eerste gezicht ontzorgt kan het ook leiden tot nog meer afhankelijkheid van de leverancier. Op het moment dat applicaties vanuit een cloud of shared services center worden aangeboden hebben gemeenten, tenzij ze hierover goede afspraken met hun leverancier hebben gemaakt, niet langer (fysieke) toegang tot hun eigen data. Ze zijn daarmee afhankelijk geworden van de leverancier om over de eigen data te kunnen beschikken. Zelfs als afspraken over toegang tot data zijn gemaakt levert dit uitdagingen op. Bijvoorbeeld vanwege de eisen die leveranciers stellen ten aanzien van informatiebeveiliging. Bij de huidige opzet en implementatie van cloudoplossingen bestaat het risico dat een nieuwe vorm van vendor lock-in ontstaat.

3. Besluit[bewerken]

Vanuit de Common Ground beweging is geconcludeerd dat gemeenten behoefte hebben een moderne informatievoorziening. Een belangrijke reden daarvoor is het feit dat de huidige manier van data uitwisselen flexibele vernieuwing belemmert. Het is ook lastig om te voldoen aan privacywetgeving en om efficiënt om te gaan met data. VNG Realisatie deelt de Common Ground visie en is van mening dat daarvoor een nieuwe gemeentelijke informatiearchitectuur nodig is. VNG Realisatie werkt binnen de GEMMA de architectuur uit die nodig is om de Common Ground ambities waar te kunnen maken. Binnen de GEMMA is hiervoor een apart product benoemd: de thema-architectuur Common Ground.

Deze pagina is het laatst bewerkt op 22 apr 2024 om 14:01.