Katern GEMMA Tactisch Gegevensmanagement
Hoofdstuk: Bijlage A: Typering van gegevens
- Inleiding
- Gegevensmanagement
- Kaders en principes
- Producten
- Rollen en verantwoordelijkheden
- Gegevenskwaliteit
- Aan de slag
- Agenda
- Bijlage A: Typering van gegevens
- Bijlage B: Voorbeeld GLO
- Bijlage C: Kwaliteit
- Bijlage D: Voorbeeld producten
- Bijlage E: ENSIA
- Bijlage F: Wet- & regelgeving
- Bijlage G: Gegevenssoorten en interoperabiliteit
- Bijlage H: Bijdragen
- Bijlage I: Bronnen
Deze pagina is een onderdeel van Katern GEMMA Tactisch Gegevensmanagement compleet: Hele document bekijken - Exporteren - Definitie
Gegevensmanagement is beschreven als “het geheel van activiteiten om in de organisatie op het juiste moment over de juiste gegevens van de juiste kwaliteit te beschikken”. Vervolgens is onderscheid aangebracht in gestructureerde-, ongestructureerde- en metagegevens. Deze pagina beschrijft ‘gestructureerde gegevens’ meer in detail door te categoriseren, de onderlinge verbanden te bespreken en de wijze van uitwisseling van gegevens te verduidelijken.
Informatiemodellen, datamodellen en berichtstandaarden
Gestructureerde gegevens zijn gegevens beschreven op een abstract niveau in de vorm van informatiemodellen en daarvan afgeleide logische datamodellen met entiteittypen en attribuuttypen. De gegevens zelf vormen instanties van deze types en zijn opgeslagen in een (relationele) database ingericht conform afgeleide datamodellen.
Een voorbeeld verduidelijkt het bovenstaande. Voor gemeenten is door VNG Realisatie het informatiemodel ‘Referentiemodel Stelsel van Gemeentelijke Basisgegevens (RSGB)’ samengesteld. Dit referentiemodel brengt samenhang aan tussen basisregistraties, beschrijft welke elementen uit de basisregistraties voor gemeenten van belang zijn en definieert de structuur van deze elementen. Leveranciers gebruiken het informatiemodel als basis voor logische datamodellen. Realisatie van deze logische datamodellen vindt plaats binnen (relationele) databases en worden gebruikt voor de opslag van de gegevens. Leveranciers hebben bij de vertaling van het informatiemodel naar een datamodel, een Entity Relationship Diagram (ERD), verregaande vrijheden ten aanzien van de modellering van het datamodel. De enige verplichting die een leverancier heeft is dat de onderlinge relaties tussen objecten uit het informatiemodel blijven bestaan en dat men alle elementen van het informatiemodel vertaalt naar het datamodel.
Naast het feit dat informatiemodellen de basis zijn voor datamodellen zijn ze ook de basis voor berichtenstandaarden die gebruikt worden voor de uitwisseling van gegevens. Voor gemeenten geldt dat door KING een aantal informatiemodellen en bijbehorende berichtformaten zijn gestandaardiseerd. Het gaat hierbij om:
- het RSGB-informatiemodel en de StUF-BG berichtstandaard voor de basisinformatie,
- het RGBZ-informatiemodel en de StUF-ZKN berichtstandaard voor zaakgegevens, en
- het ImZTC-informatiemodel en de StUF-ZTC berichtstandaard voor zaaktypen.
Door andere organisaties zijn ook een aantal informatiemodellen vastgesteld die betrekking hebben op gegevens uit het gemeentelijk domein. Deze informatiemodellen zijn:
- Informatiemodel Geografie (IMGeo; Geonovum),
- Informatiemodel BRK (IMKAD; Kadaster),
- Informatiemodel BRT (IMTOP; Kadaster),
- Informatiemodel BRO (BasisRegistratie Ondergrond; TNO),
- IMK&L (Kabels & Leidingen), en
- IMRO (Ruimtelijke Ordening).
Via informatiemodellen wordt structuur van de gegevens en onderlinge verbanden tussen gegevens beschreven. Via de berichtstandaard wordt de syntax beschreven die gebruikt wordt voor de uitwisseling van gegevens. De syntax van berichten wordt zo specifiek mogelijk, en met zo min mogelijk vrijheidsgraden, gedefinieerd om maximale interoperabiliteit te garanderen. Informatiemodellen liggen aan de basis van de standaardisatie van structuur en syntax van gegevens en berichten en zijn een belangrijke enabler van interoperabiliteit. Informatiemodellen nemen daarmee een belangrijke positie in het gemeentelijk gegevensmanagement in.
Categorieën van gestructureerde gegevens
Door gemeenten worden veel gestructureerde gegevens uit verschillende bronnen gebruikt bij de uitvoering van de bedrijfsprocessen. Deze gegevens variëren van gegevens uit landelijke basisregistraties tot gegevens die specifiek zijn voor een bepaald informatiesysteem. Het gegevensmanagement ten aanzien van gestructureerde gegevens richt zich op de gegevens die (potentieel) voor andere afnemers dan de bronhouder, eventueel gecombineerd met gegevens uit andere bronnen, interessant zijn.
De onderstaande categorieën van gestructureerde gegevens worden onderkend:
- Basisregistratiegegevens,
- Kernregistratiegegevens,
- Sectorale gegevens, en
- Taak-specifieke gegevens.
Geo-gegevens (locatie en locatie gebonden gegevens) zijn vaak als een aparte categorie van gegevens gepositioneerd. Conform de handreiking ‘GEO in GEMMA’ worden geo-gegevens niet behandeld als een aparte categorie. De omgang met en toepassing van geo-gegevens kent wel een aantal bijzondere aspecten die om een specifieke aanpak vragen. Het uitgangspunt is dat geo-gegevens een aspect zijn van alle categorieën van gestructureerde gegevens. Geo-gegevens verbinden gegevens per locatie door middel van coördinaten (direct) of de aanduiding van een object waarvan de coördinaten bekend zijn (indirect), zoals een adres, kadastrale perceelsaanduiding, postcode of naam van de openbare ruimte.
De onderstaande paragrafen geven nadere uitleg over deze verschillende categorieën.
Gegevens uit basisregistraties
Een basisregistratie is een door de overheid via wetgeving aangewezen registratie met daarin gegevens van hoogwaardige kwaliteit, die door alle overheidsinstellingen en bestuursorganen verplicht en zonder nader onderzoek, worden gebruikt bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken. Het huidige Stelsel van Basisregistraties wordt gevormd door 10 registraties. Deze verschillende basisregistraties staan niet op zichzelf, maar zijn onderdeel van een samenhangend stelsel van basisregistraties. Basisregistraties bevatten zowel authentieke als niet-authentieke gegevens. Ten aanzien van de authentieke gegevens in een basisregistratie geldt een gebruiksplicht bij de uitvoering van publiekrechtelijke taken. Per basisregistratie ligt in de onderliggende wetgeving van de basisregistratie vast welke gegevens authentiek zijn en welke niet. Indien tijdens het gebruik van gegevens uit een basisregistratie gerede twijfel is ontstaan over de juistheid van de authentieke gegevens dan zijn bestuursorganen verplicht dit terug te melden aan de betreffende bronhouder.
Gemeenten houden naast de gegevens uit basisregistraties veelal meer gegevens bij dan in het kader van het stelsel van basisregistraties wordt voorgeschreven. Deze gegevens zijn de zogenaamde ‘plusgegevens’. Voorbeelden van deze gegevens zijn het telefoonnummer en het e-mail adres van een persoon. Plusgegevens die op meerdere plaatsen in de gemeentelijke organisatie worden gebruikt noemt men ook wel ‘kerngegevens’ (niet te verwarren met kernregistratiegegevens, zie onderstaande paragraaf). De combinatie van basisregistratie- en kerngegevens wordt in dit document ‘basisinformatie’ genoemd. Plusgegevens die niet op meerdere plaatsen worden gebruikt zijn onderdeel van de sectorale gegevens.
Door VNG Realisatie is het Referentiemodel Stelsel van Gemeentelijke Basisgegevens (RSGB) gedefinieerd. Dit referentiemodel voor de gemeentelijke basisgegevens presenteert de samenhang tussen basisregistraties en de ‘plusgegevens’ op een logische wijze. Het RSGB is gebaseerd op de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG), Personen (BRP), Bedrijven (HR), Kadaster (BRK) en WOZ (BRWOZ) en op de grootschalige topografie die in het Informatiemodel Geografie (IMGeo) is gedefinieerd. Het referentiemodel is een vertaling en een uitbreiding van het landelijk stelsel van basisregistraties met het oog op de gemeentelijke informatiebehoefte.
Kernregistratiegegevens
In het streven naar een efficiënte bedrijfsvoering en vanuit het vertrekpunt ‘eenmalig inwinnen, meervoudig gebruiken’ kan er binnen de gemeente voor worden gekozen om met kernregistraties te werken. Kernregistraties zijn gegevensverzamelingen die binnen de gemeentelijke organisatie (of binnen een keten) op meerdere plaatsen worden gebruikt en die door het management als zodanig zijn aangemerkt. Voorbeelden van kernregistraties zijn zaken, medewerkers en producten en diensten. Het hergebruiken van gegevens uit kernregistraties is niet wettelijk verplicht. Het verdient wel de aanbeveling om binnengemeentelijk de kernregistraties net zo te behandelen als een basisregistratie. Kernregistraties bevatten gegevens die binnengemeentelijk feitelijk de functie van een basisregistratie vervullen. Het gebruik van gegevens uit kernregistraties zou binnen de gemeente verplicht moeten zijn. Dezelfde verplichting moet ook gelden ten aanzien van het terugmelden. Bij gerede twijfel aan de juistheid van kerngegevens dient dit aan de betreffende bronhouder teruggemeld te worden..
Sectorale gegevens
Sectorale gegevens zijn domein specifieke gegevens die, al dan niet gecombineerd met andere gegevens, door meerdere afnemers gebruikt worden. Per sector/domein wordt bepaald wat de inhoud van de sectorale set van gegevens is. Voorbeelden van sectorale gegevens zijn de gemeentelijke sociale dienst gegevens die door gemeenten worden aangeleverd aan het SUWI domein.
Taak-specifieke gegevens
Taak-specifieke gegevens zijn gegevens die van belang zijn voor de afhandeling van een bepaalde taak of proces. Deze gegevens worden niet meervoudig gebruikt en zijn niet relevant voor afnemers.