Katern GEMMA Architectuurprincipes


Hoofdstuk: Ontwikkelingen en uitgangspunten

Katern GEMMA Architectuurprincipes
  1. Inleiding
  2. Ontwikkelingen en uitgangspunten
  3. Principes
  4. Relatie met NORA katern strategie

Deze pagina is een onderdeel van Katern GEMMA Architectuurprincipes compleet: Hele document bekijken - Exporteren - Definitie

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van een aantal belangrijke ontwikkelingen en uitgangspunten voor gemeenten die ten grondslag liggen aan de in het volgende hoofdstuk geschetste GEMMA 2 Architectuurprincipes. De ontwikkelingen beschrijven veranderingen die plaats vinden en die nu een directe impact hebben. Ze zijn opgesplitst in "algemene ontwikkelingen" en "informatie en technologie-ontwikkelingen". De uitgangspunten zijn afgeleid van landelijk overheidsbeleid. De architectuurprincipes geven aan op welke wijze gemeenten om kunnen gaan met deze veranderingen en de uitgangspunten.

Algemene ontwikkelingen

Bezuinigingen - Vanuit de landelijke overheid neemt de bezuinigingsdruk op gemeenten toe, waarbij de financiële crisis en het op orde brengen van de schatkist belangrijke oorzaken zijn. Het idee is dat een gedegen begrotingsbeleid de positie van Nederland versterkt in Europa en het makkelijker maakt bij een onverhoopte volgende crisis klappen op te vangen. Het noopt gemeenten echter vooral ook tot het maken van (soms harde) keuzes.

Toenemende samenwerking - Gemeenten werken in toenemende mate samen op allerlei gebieden om de krachten te bundelen en schaalvoordeel te realiseren. Hierdoor zijn zij als individuele gemeente minder kwetsbaar en kunnen kosten worden bespaard, wat door de bezuinigingsdruk vanuit de landelijke overheid belangrijk is. Gemeenten worden ook steeds meer onderdeel van diverse ketens, wat leidt tot ketensamenwerking. Organisatie-overstijgende samenwerking is een algemene ontwikkeling die ertoe leidt dat organisatiegrenzen steeds verder vervagen. Co-creatie en het gebruik van multi-disciplinaire teams is ook onderdeel van deze ontwikkeling.

Regievoering - De rol van gemeenten verschuift van uitvoering naar het uitzetten van taken en het bewaken of taken goed worden uitgevoerd. Vaak gebeurt dit bewust vanwege een andere manier van werken, maar zeker ook minder bewust als gevolg van externe ontwikkelingen zoals de RUD’s, veiligheidsregio’s of het gebruik van clouddiensten. Samenwerking leidt soms ook tot het uitbesteden van specifieke taken naar samenwerkingspartners en daarmee tot regievoering. Ook decentralisaties leggen nadrukkelijk een regierol bij de gemeente neer, waarbij opdrachten worden verstrekt en moeten worden bewaakt richting zorgaanbieders.

Toenemende complexiteit en heterogeniteit - De toenemende (keten)samenwerking en verschuiving van uitvoering naar regievoering leidt tot meer keuzevrijheid voor gemeenten. In de praktijk vertaalt zich dat vooral naar een grotere organisatorische complexiteit en heterogeniteit. Ook ontwikkelingen in de samenleving en in de technologie leiden tot extra complexiteit. Om de kennis en capaciteit van gemeenten zo effectief mogelijk in te zetten is het belangrijk al deze complexiteit te beteugelen door consistente keuzes te maken, gebaseerd op een duidelijke visie.

Netwerk/participatiesamenleving - Onze samenleving transformeert van verzorgingsstaat naar netwerksamenleving waarin iedereen participeert. In een dergelijke samenleving nemen burgers en bedrijven nadrukkelijk meer eigen verantwoordelijkheid en speelt de (landelijke) overheid geen of slechts een faciliterende rol. Het effect van deze ontwikkeling is dat gemeenten worden geacht meer dan voorheen onderdeel te worden van de samenleving in plaats van ‘er boven te staan’. De focus van gemeenten verschuift hierdoor meer van kaderzettend en bepalend naar co-creatie, regie/coördinatie van de uitvoering en informatieverstrekker.

Toenemende aandacht voor transparantie - Er wordt in toenemende mate van overheidsorganisaties verwacht dat ze transparant zijn. Overheid, burgers en bedrijven willen inzicht in de wijze waarop besluiten tot stand zijn gekomen. Burgers en bedrijven verwachten een gelijkwaardige informatiepositie zodat ze inzicht hebben in de gegevens die de gemeente van hen heeft en welke gegevens zijn gebruikt om tot een besluit te komen. De gelijkwaardige informatiepositie is voor de burger een randvoorwaarde om invulling te kunnen geven aan de vanuit de overheid verlangde grotere mate van zelfredzaamheid. Vanuit de overheid wordt verder sterk gestuurd op het openstellen van openbare gegevens (open data).

Burger steeds meer centraal - De persoonlijke behoeften, mening, voorkeuren, belang en competenties van burgers krijgen toenemende aandacht. Burgers stellen hogere eisen aan de kwaliteit van de dienstverlening van de overheid en vergelijken deze dienstverlening ook met die van bedrijven. Zo willen ze liefst alles direct on-line zelf regelen. Het centraal stellen van de burger is ook een gewenst effect vanuit de participatiesamenleving. De burger wordt ondersteund door de overheid waar dit echt nodig is. Een belangrijk deel van de burgers is ook steeds meer een ervaren IT-gebruiker die zijn/haar eigen voorkeuren heeft en ook zelf wil bepalen waar, wanneer en met welk apparaat hij/zij werkt. Ze maken zich ook zorgen over hun privacy en willen weten waar hun gegevens voor gebruikt worden.

Meer tijd- en plaatsonafhankelijk werken - Mensen willen steeds meer werken op het tijdstip en de plaats waarop het hen het beste uit komt. Dit is een kernonderdeel van Het Nieuwe Werken, waarbij voor verschillende werkzaamheden ook verschillende werkomgevingen worden gebruikt. Dat kan zijn overdag op kantoor, onderweg of ‘s avonds thuis.


Informatie- en technologie-ontwikkelingen

Digitalisering - Technologie heeft een toenemende impact op de samenleving. Voor organisaties betekent dit onder ondere dat zij hun diensten en processen in toenemende automatiseren en als digitale dienst aanbieden aan afnemers. Binnen de overheid wordt al lange tijd gewerkt aan digitalisering, wat ook wel e-overheid of digitale overheid heet. In dat kader wordt ook gewerkt aan allerlei voorzieningen die dit eenvoudiger maken voor overheidsorganisaties. Op dit moment worden ontwikkelingen op het gebied van digitale overheid uitgevoerd onder het programma Digitale Overheid (Digiprogramma). Dit programma wordt geregisseerd door de Digicommissaris en is gericht op het op orde krijgen van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI); de standaarden, producten en voorzieningen die (digitaal) verkeer met de overheid mogelijk maken. Vanuit gemeentelijk perspectief wordt ook gewerkt aan meer collectieve voorzieningen in het VNG programma Digitale Agenda 2020.

Bredere uitwisseling van gegevens - Toenemende samenwerking vraagt toenemende gegevensuitwisseling. Het landelijk stelsel van basisregistraties is een belangrijke katalysator geweest in het ervoor zorgen dat belangrijke overheidsbrede gegevens landelijk door alle overheidsorganisaties worden hergebruikt. Ook geo-informatie is steeds breder beschikbaar en meer geïntegreerd met administratieve informatie. Het landelijk stelsel evolueert verder en kijkt ook naar andere gegevensverzamelingen en toepassingsgebieden. Voor specifieke domeinen en thema’s worden informatielanen gecreëerd die ervoor moeten zorgen dat gegevens optimaal worden uitgewisseld.

Big Data - De hoeveelheid beschikbare gegevens neemt sterk toe, onder andere door bredere uitwisseling van gegevens, Internet of Things en social media. Deze groeiende berg aan gegevens biedt een schat aan informatie, als we in staat zijn deze hier uit te halen. Dit betekent dat er meer aandacht nodig is voor analytics. Anderzijds is er andere technologie nodig die in staat is om om te gaan met de groeiende volume, variëteit en snelheid van gegevens.

Toenemende aandacht voor informatiebeveiliging en privacy - Met de explosieve groei en digitalisering van informatie wordt het ook steeds belangrijker om goed na te denken over de beveiliging ervan. Burgers en bedrijven maken zich zorgen over de privacy van hun gegevens. Ook ontwikkelingen als tijd- en plaatsonafhankelijk werken en “Bring your own Device” maken informatiebeveiliging een actueel onderwerp. Een beeld van de gevoeligheid van gegevens is nodig om te bepalen hoe we met deze gegevens moeten en mogen omgaan in de organisatie en in de samenwerking met ketenpartners en andere organisaties.

Cloud computing - IT systemen worden in toenemende mate beschikbaar gesteld als een Internet-gebaseerde dienst. De precieze locatie is daarbij niet meer relevant en kan zelfs ook wijzigen zonder dat de gebruiker hier weet van heeft. Het kan gaan om een applicatie die als dienst beschikbaar wordt gesteld (typisch als een web-applicatie), maar ook om het onderliggende applicatieplatform of de ruwe rekenkracht van een computer.

Consumerization - Mensen zijn steeds meer ervaren IT gebruikers en willen zelf bepalen welke apparatuur en applicaties ze gebruiken. Mobiele telefoons, tablets en notebooks zijn commodity geworden en mensen willen ze graag overal mee naar toe kunnen nemen en gebruiken (Bring Your Own Device). Veel applicaties zijn gratis op Internet beschikbaar en sluiten beter aan bij behoeften dan formele werkplekken.

Sociale media - Er is allerlei sociale technologie ontstaan waarmee mensen direct in contact kunnen staan met elkaar en met organisaties. Dit heeft grote gevolgen voor de wijze waarop mensen met elkaar communiceren. Daarnaast opent het allerlei nieuwe communicatiemogelijkheden doordat het heel eenvoudig is geworden om grote groepen mensen te bereiken.

Internet of Things - Steeds meer objecten in onze omgeving worden intelligent, uniek identificeerbaar en gaan informatie produceren. Fysieke objecten kunnen hierdoor geïntegreerd worden in de digitale wereld, ze kunnen worden gevolgd, gemanipuleerd en worden voorzien van additionele informatie. Dit ondersteunt het onderzoek van deze objecten, maar maakt het ook mogelijk deze objecten in te brengen in te onderzoeken subjecten.


Uitgangspunten

Regeerakkoord 2012 - In het regeerakkoord van 2012 “Bruggen slaan” is aangegeven dat de dienstverlening door overheden beter moet. De rijksoverheid moet goedkoper, flexibeler en efficiënter gaan werken, met minder bestuurlijke en ambtelijke drukte en regeldruk. Een groot aantal taken wordt overgebracht van het Rijk naar gemeenten om meer maatwerk mogelijk te maken en de betrokkenheid van burgers te vergroten. De gemeentelijke schaal wordt steeds verder vergroot. Bedrijven en burgers moeten uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen – zoals het aanvragen van een vergunning – digitaal kunnen afhandelen. Er komt een eenmalige gegevensuitvraag voor ondernemers die gebruik maken van het Ondernemingsdossier om bedrijfsgegevens uit te wisselen met de overheid. Er moet een databank voor ruimtelijke gegevens komen, waardoor informatie makkelijker kan worden ontsloten.

Visiebrief digitale overheid 2017 - In deze brief beschrijft minister Plasterk van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hoe de overheid ervoor gaat zorgen dat de overheid haar doelstellingen op het gebied van digitale dienstverlening zoals beschreven in het regeerakkoord wil bereiken. Uitgangspunt daarbij is dat de overheid alle voor burgers relevante informatie digitaal beschikbaar maakt. Burgers moeten alle (aan)vragen aan de overheid digitaal kunnen versturen en alle berichten van de overheid digitaal kunnen ontvangen. De gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid van digitale diensten zal specifieke aandacht moeten krijgen om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen ervan gebruik kunnen maken. Burgers krijgen ook een inzage- en correctierecht. Ze moeten eenvoudig kunnen zien welke gegevens over hen zijn vastgelegd en aan wie deze worden verstrekt. Daarnaast moeten zij de mogelijkheid hebben om fouten te (laten) corrigeren. De visiebrief geeft ook aan dat het elektronisch contact met de overheid goed beveiligd moet zijn. Verder wordt aangegeven dat overheidsorganisaties meer gebruik zouden moeten maken van landelijke voorzieningen zoals MijnOverheid en de landelijke basisregistraties.

Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) 3.0 - NORA is een beschrijving van uitgangspunten voor het inrichten van de informatiehuishouding van de Nederlandse overheid. NORA gaat over interoperabiliteit: het vermogen van overheidsorganisaties om effectief en efficiënt relaties aan te gaan en informatie te delen met elkaar en met burgers en bedrijven. NORA beziet al deze relaties in termen van diensten, als afgebakende prestaties van een persoon of organisatie (de dienstverlener), die voorzien in een behoefte van de omgeving (de afnemers). De meest recente versie van NORA (3.0) stamt uit 2010 en omvat naast een overkoepelend strategisch katern een aantal katernen die op een aantal specifieke thema's ingaan. Zo is er onder meer een katern Verbinden dat met name ingaat op dienstverlening en een katern dat specifiek gericht is op informatiebeveiliging. De GEMMA is een vertaling van de NORA specifiek gericht op gemeenten.

VNG Digitale Agenda 2020 - De Buitengewone ledenvergadering (BALV) van november 2014 heeft de VNG de opdracht gegeven om voor de ALV van juni 2015 een collectieve gemeentelijke aanpak uit te werken op het gebied van dienstverlening en informatiebeleid inclusief een meerjarige projectenagenda, governance en financiering. De leden hebben daarmee een keuze gemaakt: voor de (financiële) voordelen van efficieënt samenwerken aan digitale dienstverlening, de informatiesamenleving en e-overheid, het vergroten van het innovatievermogen van het gemeentelijke veld, stroomlijning van gemeentelijke processen, sterkere beïnvloeding van het Rijk en een impuls in het opdrachtgeverschap richting softwareleveranciers. Dit voorstel levert op dat gemeenten transparant participeren in de informatiesamenleving, en effectief en efficiënt inspelen op de behoeften van inwoners en ondernemers. De ambitie is om (1) open en transparant in de participatiesamenleving te staan, (2) te werken als 1 efficiënte overheid, en (3) massaal digitaal en maatwerk lokaal mogelijk te maken.

Digitale Agenda Europa - De Europese Commissie zet met de Digitale Agenda digitalisering op de agenda van Europa. Het doel is een digitale eengemaakte markt te realiseren die duurzame economische en sociale voordelen creëert op basis van snel en ultrasnel internet en interoperabele toepassingen. De Digitale Agenda richt zich op versnipperde digitale markten, gebrekkige interoperabiliteit, toenemende cybercriminaliteit, investeringen in netwerken, onderzoek en innovatie, digitale vaardigheden en de aanpak van maatschappelijke problemen. Centraal in de kernacties van de Digitale Agenda voor Europa staat de noodzaak deze probleemgebieden systematisch aan te pakken. Daartoe zijn actiegebieden gedefinieerd die de genoemde uitdagingen moeten beantwoorden.

Nieuwe Europese Privacy Verordening - De Europese privacyrichtlijn werd vastgesteld toen internet nog in de kinderschoenen stond. De Europese Commissie heeft daarom enkele jaren geleden geconstateerd dat de huidige richtlijn, ondanks het feit dat de algemene principes en rechten nog steeds geldig zijn, aan herziening toe is. De nieuwe Europese privacyregelgeving bestaat uit een algemene verordening gegevensbescherming en een richtlijn gegevensbescherming opsporing en vervolging. Belangrijke elementen van de nieuwe Europese privacyverordening zijn onder meer versterking van de rechten van betrokkenen, versteviging van de onafhankelijkheid en bevoegdheden van de nationale privacyautoriteiten en versterking van de verantwoordelijkheden van organisaties die persoonsgegevens verzamelen en gebruiken.

Deze pagina is het laatst bewerkt op 6 okt 2023 om 03:51.