Zaakgericht Werken in GEMMA

Hoofdstuk: Processen en Referentiecomponenten

GEMMA biedt gemeenten dus de mogelijkheid om te kiezen voor ofwel een generieke ofwel een specifieke invulling van de procesondersteuning (dus ondersteuning door een generieke, respectievelijk specifieke Zaakafhandelcomponent). Hetzelfde geldt voor het al dan niet clusteren van meerdere referentiecomponenten binnen één softwarepakket.

Binnen GEMMA wordt de relatie tussen processen en de onderliggende informatiearchitectuur beschreven en worden er gestandaardiseerde koppelvlakken ontwikkeld tussen referentiecomponenten. Omdat gemeenten verschillen in ambitie, omvang, capaciteit en visie, bestaan er grote verschillen tussen de applicatielandschappen van individuele gemeentes. In de ene gemeente zal een vergunningenproces worden ondersteund door een "vergunningensysteem", terwijl dit in de andere gemeente wordt ondersteund door een "generiek zaaksysteem". (let op de "-systeem" terminologie hier ipv "-component"). Hoe gaat GEMMA daarmee om? Deze discussie kwam ook in eerdere versies van GEMMA regelmatig aan de orde, zij het minder expliciet. Gemeente A of leverancier A implementeert meer functionaliteit in een zaaksysteem dan gemeente B of leverancier B, die dat stukje functionaliteit juist liever in een ander systeem geïntegreerd ziet. Dit leidt vaak tot lange discussies en spraakverwarring en erger: koppelvlakken die niet 100% scherp zijn, omdat er een soort compromis zit ingebakken.

Verschillende GEMMA 2-principes waarborgen de keuzevrijheid van gemeenten bij het inrichten van hun applicatielandschap, zonder in verschillende situaties aan toepasbaarheid in te boeten.

  1. Bij het ontwikkelen van koppelvlakken, of het tekenen van de applicatieve ondersteuning van bedrijfsprocessen gebruiken we alleen nog referentiecomponenten. Services die in GEMMA koppelvlakken worden beschreven, worden gepositioneerd op referentiecomponenten. Het is vervolgens aan de leveranciers om te bepalen welke referentiecomponenten zij in hun softwarepakketten willen ondersteunen en welke services zij dus moeten ondersteunen. Dit met inachtneming van bovenstaande spelregels rondom het al dan niet GEMMA conform invullen van referentiecomponenten;
  2. GEMMA houdt rekening met de keuzemogelijkheid voor generieke of specifieke procesondersteuning. Door het gebruik van de referentiecomponenten is deze keuze op architectuur- en standaardenniveau echter niet relevant. Binnen GEMMA is voor één bepaalde set/combinatie onderscheidende functionaliteit slechts één referentiecomponent beschikbaar. Vergunningen handelen we in GEMMA dus altijd af met een vergunningencomponent. Ook al zijn er gemeenten die dat niet met een vergunningsysteem doen; dan wordt het vergunningcomponent in dit geval ingevuld door een zaaksysteem.
  3. GEMMA kiest bij het bepalen van procesondersteuning altijd voor invulling met de meest specifieke component. Het Vergunningenproces wordt in de GEMMA dus ondersteund met de Vergunningencomponent en nooit met de Generieke Zaakafhandelcomponent. Zijn er processen waarvoor er in de domeinarchitectuur geen specifieke referentiecomponent is opgenomen (bijvoorbeeld het behandelen van voordrachten voor koninklijke onderscheidingen), dan hoort daar voor de afhandeling wel de Generieke Zaakafhandelcomponent bij. Is het -in redelijke mate- gangbaar (en in de ogen van VNG Realisatie nuttig) dat er hiervoor specifieke systemen op de markt zijn, dan zal GEMMA deze echter opnemen in de domeinarchitecturen.


Nb. Let hierboven op de kwalificatie “onderscheidende functionaliteit”; verschillende referentiecomponenten delen voor een deel dezelfde functionaliteit. Of het nu een Generieke Zaakafhandelcomponent betreft, een vergunningencomponent of een subsidiecomponent, allemaal moeten ze zaken kunnen aanmaken, schermen kunnen tonen, zaak-dms services kunnen aanroepen, etc. Allemaal kunnen ze hier echter nog eigen functionaliteit aan toevoegen. Aanvullend op bovenstaande functionaliteit heeft een subsidiesysteem wellicht verantwoordingsfunctionaliteit nodig om te kunnen functioneren, terwijl een vergunningensysteem bijvoorbeeld nog functionaliteit vereist om leges te berekenen. De hier bedoelde, tussen meerdere referentiecomponenten gedeelde, maar niet onderscheidende functionaliteit, heeft als kenmerk dat ze niet afzonderlijk op de markt te kopen, installeren, en (dus) gebruiken is. Daarom is dit géén afzonderlijke referentiecomponent.

Deze pagina is het laatst bewerkt op 19 okt 2023 om 13:00.