Toelichting

ArchiMate-eigenschapdefinitie Toelichting
Eigenschapdefinitie-id  : BedrijfsprocessenOmgevingswetgemeenten/id-prop4
ArchiMate-model  : Bedrijfsprocessen Omgevingswet gemeenten
Datatype  : string
Meest voorkomende waarden top-20  : 
  • Via verschillende kanalen kan een melding binnenkomen van een inwoner, bedrijf of ketenpartner over een situatie die (vermoedelijk) niet voldoet aan de regels binnen de Omgevingswet (op landelijk en lokaal niveau). Er zijn twee varianten: een incidentmelding en een formeel handhavingsverzoek, waarop de gemeente een besluit moet nemen. Het proces richt zich op het onderzoeken van de juistheid van de melding, de aard en oorzaak van de eventuele overtreding, en het vinden van een oplossing. De indiener van de melding en eventueel betrokken belanghebbenden ontvangen hierover bericht van de gemeente. Afhankelijk van de situatie kunnen noodmaatregelen getroffen worden. (1)
  • De Omgevingswet vraagt een manier van werken die voor sommige overheden zowel ambtelijk en bestuurlijk anders is: integraal, in samenhang en met afstemming. Het vraagt flexibiliteit met oog voor wat kan en mag. Eén van de uitgangspunten van de Omgevingswet is om zoveel mogelijk activiteiten te regelen met algemene regels. Een beperkt aantal activiteiten is toch nog vergunningplichtig. In die gevallen moet de initiatiefnemer (burger, bedrijf of de overheid) een omgevingsvergunning aanvragen. Met een omgevingsvergunning krijgen initiatiefnemers toestemming om activiteiten in de leefomgeving uit te voeren. De omgevingsvergunning geldt voor iedereen die de activiteit uitvoert waarvoor de vergunning bedoeld is (artikel 5.37 lid 1 Omgevingswet). Dit kan degene zijn aan wie de vergunning is verleend, maar ook zijn opvolger. (1)
  • Het opleggen van een sanctie in de vorm van een bestuurlijke boete, een last onder dwangsom of een last onder bestuurlijke dwang kan alleen wanneer daartoe een nadrukkelijk besluit wordt genomen door de gemeente, bekendgemaakt in de vorm van een handhavingsbeschikking. De gemeente kan in bepaalde gevallen ook besluiten om geen sanctie op te leggen; de beschikking geldt dan als gedoogverklaring. (1)
  • Voorbeelden zijn het bewaken van tijdlijnen in een tijdgebonden proces zoals het behandelen van een vergunningaanvraag, teneinde te borgen dat alle activiteiten binnen de wettelijke (en/of redelijke) termijn afgerond kunnen worden. Dit is met name van belang wanneer er onderlinge afhankelijkheden zijn tussen de uit te voeren activiteiten (bv. instemming); het bepalen welk bestuursorgaan de leiding neemt bij het behandelen van een aanvraag of verzoek; en het coördineren van activiteiten die tot een gezamenlijk resultaat moeten leiden, zoals het gezamenlijk beantwoorden van zienswijzen. Merk op dat dit “proces” cruciaal is voor het welslagen van een aantal van de doelstellingen van de omgevingswet, maar dat er nog veel onduidelijkheden zijn die nadere uitwerking behoeven. (1)
  • Het toepassen van een eerder opgelegde sanctie (last onder bestuursdwang, last onder dwangsom, intrekking begunstigende beschikking) behelst meer dan alleen het innen van een dwangsom of het uitvoeren van fysieken maatregelen. Van belang is welke stappen gezet worden en in welke volgorde, wat welk en niet aangekondigd moet of kan worden, en waartegen de overtreder of belanghebbenden nog bezwaar kunnen maken. Regelgeving en jurisprudentie spelen hierbij een belangrijke rol. (1)
  • Toezichthouden betreft het van begin tot eind monitoren van de uitvoering van een activiteit in de fysieke leefomgeving (bijvoorbeeld toezicht op de realisatie van een bouwwerk) of het gebruik van een voorziening (bijvoorbeeld toezicht op brandveilig gebruik). Toezichthouden is niet hetzelfde als een controle uitvoeren: controles zijn onderdeel van het toezichthouden, maar het bedrijfsproces omvat ook de intake, het maken van een toezichtplan en het afronden van het toezicht. (1)
  • De omgevingswet vraagt een flexibele en klantgerichte instelling van gemeenten. Voor initiatieven de complexer zijn dan een eenvoudige dakkapel is het daarom gewenst om in een vroeg stadium in contact te komen met initiatiefnemers, en samen de mogelijkheden te verkennen. Daarbij is "ja, mits" uitgangspunt, wat betekent dat gezocht wordt naar mogelijkheden om een plan zo in te passen dat een eventueel benodigde vergunning verleend kan worden. Desnoods wordt het omgevingsplan aangepast om initiatief en regelgeving op elkaar af te stemmen. Of zo’n aanpassing mogelijk en gewenst is, is mede afhankelijk van de lokale omgevingsvisie, de daarin vastgelegde langetermijndoelen voor de desbetreffende locatie en het draagvlak onder belanghebbenden. De wijze waarop dit proces doorlopen wordt is afhankelijk van de complexiteit van de situatie. Processtappen kunnen enkelvoudig of iteratief doorlopen worden, of juist samengevoegd of zelfs overgeslagen. (1)
  • De gemeente legt in het omgevingsplan regels vast voor activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving en borgt daarmee een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Dit kan ook regels ten aanzien van exploitatie en monitoring omvatten. Verder moet een gemeente een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit inpassen in het omgevingsplan. Daarnaast kan de gemeente onderwerpen regelen over de fysieke leefomgeving binnen de gemeente. Voorbeelden zijn omgevingswaarden, regels over activiteiten en maatwerkregels. De gemeenteraad stelt het omgevingsplan vast maar kan deze bevoegdheid voor delen van het omgevingsplan delegeren aan het college van burgemeester en wethouders. De gemeente moet bij het opstellen/wijzigen van het omgevingsplan rekening houden met het beleid van andere bestuursorganen, waaronder de provinciale omgevingsverordening en het Besluit Kwaliteit Leefomgeving. Het omgevingsplan geeft invulling aan de maatschappelijke opgaven uit de gemeentelijke omgevingsvisie, die de langetermijnvisie op de maatschappelijke opgaven waar de gemeente aan wil werken bevat. De Omgevingswet streeft naar vroegtijdige participatie van de omgeving bij de voorbereiding van beleids- en besluitvorming. (1)
Gebruikt door  : 



Deze pagina is het laatst bewerkt op 28 okt 2019 om 11:21.